|
Dankzij de taxshelterregelgeving floreert de Belgische filmindustrie sinds enkele jaren volop.
De taxshelter is een fiscale regeling in de vennootschapsbelasting die de productie van audiovisuele en cinematografische werken aanmoedigt (sedert 1/2/17 komen ook podiumproducties in aanmerking).
Een vennootschap die in de productie van films ed. wenst te investeren, krijgt hiervoor een fiscaal rendement en optioneel ook een bijkomend financieel rendement.
Het fiscaal voordeel wordt behaald doordat de vennootschap een bedrag betaald aan een productiehuis.
Voor dit gestorte bedrag mag de vennootschap een belastingvrije reserve aanleggen ten belope van 356 % (aanslagjaar 2019 en 2020)
m.a.w. storting van 100 000 EUR aan productiehuis geeft een belastingvrije reserve van 356 000 EUR x belastingbesparing van 29,58 % = 105 304,80 EUR – storting van 100 000 EUR = 5 304,80 EUR rendement (5,3 %) – optioneel kan hier nog een financieel rendement bovenop komen.
In het geval de vennootschap onderworpen is aan het verlaagd tarief (20,4 % op eerste 100 000 EUR) komen we echter uit op een negatief rendement en niet aan te raden.
Bv. storting van 100 000 EUR aan productiehuis geeft een belastingvrije reserve van 356 000 EUR x belastingbesparing van 20,4 % = 72 624 EUR – storting van 100 000 EUR = - 27 376 EUR (negatief rendement van 27,38 %)
Aldus kunnen we concluderen dat KMO-vennootschappen (die kunnen genieten van het verlaagd tarief van de vennootschappen) en een belastbare winst van minder dan 100 000 EUR hebben, überhaupt geen voordeel doen bij de taxshelter-regeling.
Bij belastbare winst van + 100 000 EUR bij KMO-vennootschappen dient de berekening te worden gemaakt of er wel degelijk fiscaal rendement is. Grote vennootschappen (uitgesloten van het verlaagde tarief Ven.B.) doen in de meerderheid van de gevallen wel voordeel.
|